Dat vind ik knap van Adrian, dat hij zichzelf zo ongezouten de waarheid voor kan houden. Als hij het heeft over die oudste zoon uit Lucas 15, die het niet leuk vindt dat zijn broertje zo feestelijk en warm onthaald wordt, dan begint hij met de vraag: "Bent u een mokker? Ik wel." En hij legt uit hoe dat dan bij hem werkt: "Je ellende aan de grote klok hangen, en dan troost of hulp afslaan". ... Treffend verwoord.
Hij herkent dat bij die oudste zoon: "die hangt rond buiten het licht en leven van het feestje van zijn broer. Hij hoopt natuurlijk dat zijn vader hem zal komen smeken binnen te komen. Dan kan hij dat fijn afslaan. En jawel, daar komt Vader naar buiten. Hij wil graag zijn andere zoon laten delen in het plezier. ...
Nu kan de jongen zich niet meer inhouden.
Bitter laat hij merken hoe boos en bezeerd hij is."
Velen van ons kennen een vergelijkbare spanning ten opzichte van God. "Velen van ons moeten God vergeven wat Hij hun heeft aangedaan, of wat Hij niet voor hen heeft gedaan" (Of wat hij in onze ogen 'verkeerd' heeft gedaan, RS). We hebben verwijten, hoewel we belijden te weten dat God niet echt fouten maakt, en dat Hij zonder zonde is.
Maar die wetenschap neemt de pijn niet weg.
Wat dan te doen?
"Laten we op zijn schoot klimmen en onze tranen van pijn en frustratie de vrije loop laten. Laten we met onze vuisten op zijn borst slaan, als kleine kinderen, en Hem laten zien hoe van streek en verward we zijn.
Hij kan dat aan.
Hij zal zijn arm om ons heen leggen, totdat onze boosheid overgaat in tranen. En dan beseffen we dat Hij toch van ons houdt, en al die tijd al gehouden heeft."
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment